Centraal staat een rechthoekig wapenschild met een naar links klauwende leeuw met erboven een kroon en aan de drie ander zijden telkens drie wapenschilden van de Belgische Provincies met rondom langs de dunne rand, PROVINCIALE KAMER VOOR AMBACHTEN EN NERINGEN VAN BELGIE : en met onder de schilden, RAU Op de keerzijde staan op de verdiepte bovenste helft de hoofden naar links van twee mannen, de ene, Mercurius met gevleugelde helm, draagt een staf met slang als symbool voor de nijverheid en de andere, gelauwerd en met baard, heeft een tandwiel en een kapiteel van een zuil en links van de afbeelding, R en op de onderste helft de tekst, XXVE VERJARING / I928 – I953 met eronder twee eikentakjes en een eikel. Op de rand is ingeslagen, FISCH en de penning zit in een vierkant doosje. De kamers voor handel en nijverheid hebben hun oorsprong in Europa in de 17de eeuw in een streven van kooplui en zakenlui om hun belangen te verdedigen en te promoten. Vanaf de Belgische onafhankelijkheid hervormde de regering de Kamers van Koophandel en op 1 augustus 1875 werd de Federatie der Kamers voor Handel en Nijverheid van België opgericht. In 1928 werd de Provinciale Kamer voor Ambachten en Neringen opgericht waardoor de werking meer regionaal kon gebeuren.