Gedenkpenning 50ste verjaring Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1936
De gekoppelde bustes van David en Willems staan naar links gewend met rechts ervan een monogram en langs de rand, J.B DAVID (links) J. F. WILLEMS (rechts).
Op de keerzijde staat centraal het gebouw van de Academie met de tekst links en rechts doorlopend, DE – KONINK / LIJKE – VLAAMSCHE / ACADEMIE – VOOR TAAL / EN LETTER – KUNDE / DOOR Z.M. – KONING / LEOPOLD – II / GESTICHT en onderaan op de afsnede, I886 – I936 rechts boven de afsnede een monogram.
Onderaan op de rand is ingeslagen, FISCH & CIE
De Koninklijke Academie voor Nederlands Taal- en letterkunde (KANTL) werd in 1886 als Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde opgericht. De bedoeling was het culturele en literaire leven in Vlaanderen te stimuleren. De Academie was de eerste officiële instelling van het koninkrijk België waarin aan wetenschapsbeoefening in het Nederlands gedaan werd. Vrij spoedig werd het werkingsgebied gedefinieerd als zijnde Nederlandse taal- en letterkunde; voor die twee gebieden kreeg de Academie ook een adviesfunctie voor de regering. De Vlaamse Academie speelde een vooraanstaande rol in de Vlaamse ontvoogding, en wist die in cultureel en intellectueel opzicht in sterke mate te sturen.
In 1936 werd de 50ste verjaring van de oprichting gevierd met onder ander de uitgifte van deze gedenkpenning met de afbeelding van de twee voorvechters van de Nederlandse taal.
Jan Baptist David is de stichter van het Davidsfonds. In zijn jonge jaren werkte hij in Antwerpen als apothekersgast. Daar begeesterde Jan Frans Willems hem met de liefde voor de Nederlandse taal. Vanaf 1834 bekleedde hij de leerstoel Vaderlandse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Daar zette hij zich in om de Nederlandse (Vlaamse) letterkunde te bevorderen. Hij bekommerde zich al vroeg om de taal en publiceerde een Nederduytsche spraekkunst (2 vol., 1833-1835) In 1841 en in 1850 werd hij verkozen tot voorzitter van de Taal- en Letterkundige Congressen.
Jan Frans Willems werd geboren te Boechoute op 11 maart 1793 en overleed te Gent op 24 juni 1846. Hij was ambtenaar doch in zijn vrije tijd hield hij zich met de Nederlandse letterkunde bezig. Hij schreef het gekende "Reynaert de Vos".
Bruikleen van de rederijkerskamer De Fonteine.