Samen met de andere zes stukken van deze reeks en het schouwstuk van Jan van Cleef sierde dit schilderij de vergaderkamer van de gouverneurs van de Armenkamer in het Stadhuis van Gent. Het schouwstuk werd geschilderd in 1689, maar de hier besproken reeks 'De Werken van barmhartigheid' kwam later tot stand. Van de zeven stukken uit de reeks leverde Le Plat er eerst twee, naar alle waarschijnlijkheid 'De Hongerigen spijzen' en 'De dorstigen laven'. Deze twee werden op 12 februari 1691 voorgelegd aan de stadsmagistraat, die dan de opdracht gaf om de overige vijf te schilderen. Er werden dan vervolgens twee op 21 april geleverd, twee op 9 juni en het laatste op 14 juli. Op 19 juli werd Le Plat betaald voor de gehele reeks. Het laatste stuk van de reeks draagt trouwens zijn signatuur en de datum 1691. Over de zeven schilderijen zijn 16 portretten verdeeld, die van de 13 gouverneurs van de Armenkamer en van drie klerken, die te herkennen zijn aan hun zwarte kalotjes. Het eerste stuk toont de bedeling van broden aan behoeftige lieden door één van de gouverneurs, die aan de rechterzijde van de troon van de Maagd van Gent staat. Links van haar bevindt zich nog een tweede gouverneur, met twee manden en een schotel, gevuld met groenten, vruchten en vlees. Het tafereel speelt zich af in een open loggia versierd met drapages.