Getuigen uit een expo
Gent is een grootgrondbezitter. Vooral buiten haar grenzen is de stad eigenaar van veel landbouwgrond. Vandaag is dat nog zo’n 1.800 hectare, maar ooit bezat Gent meer dan 5.000 hectare aan akkers, weiden en bos. De stad op het platteland: wat is het verhaal achter die gronden? Waar ligt hun toekomst?
De expo Gentse Gronden was te zien in het STAM van 22.03.2024 tot 29.09.2024 en kwam er door een samenwerking tussen STAM en ILVO, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek.
Deze digi-expo toont de videogetuigenissen die te zien waren in de tentoonstelling Gentse Gronden.
Het verhaal van de Gentse gronden begint met de organisatie van armen- en ziekenzorg in de 13de eeuw. In de middeleeuwse stad staat liefdadigheid in het teken van het christelijke geloof. Rijke burgers en geestelijken richtten tal van hospitalen en godshuizen op waar ze zieken, geesteszieken, ouderen en wezen opvangen. Ze doen dat uit naastenliefde en om een plek in de hemel te verdienen. Een indrukwekkend voorbeeld is het Bijlokehospitaal waar dagelijks makkelijk honderd zieken verbleven.
Hospitalen en godshuizen verwerven in de middeleeuwen heel wat landbouwgrond en hoeves. Net als rijke Gentenaars en abdijen, worden de liefdadigheidsinstellingen echte grootgrondbezitters. Eerst net buiten de stad, later ook verder weg. Tot in Zeeuws-Vlaanderen, over de huidige Nederlandse grens, ligt Gentse grond. Plattelandsgrond is zeer gegeerd als financiële belegging, maar ook als bron van voedselvoorziening om arme en zieke stedelingen eten te kunnen geven.
(afbeelding: Zeeuws-Vlaanderen ca. 1570, Simon Wiskerke, Archief Gent)
Om Gentse gronden en hoeves te beheren, kan je niet zonder een degelijke boekhouding. Een goederenregister dat bewaard wordt in Rijksarchief Gent, verklapt hoe belangrijk en complex dit was. Het forse boek bevat de administratie van de eigendommen van de Heilige-Geesttafel van de Sint-Niklaaskerk tussen 1587 en 1794.
Blader met archivaris Annelies Somers door dit indrukwekkende boek.
Annelies Somers: 'Het boek weegt 23 kilo. Ter referentie, ik heb een dochter van zes, die weegt 20 kilo.'
Met de Franse Revolutie komt het ancien régime ten einde. De Zuidelijke Nederlanden worden in 1795 door Frankrijk ingelijfd. De Franse bezetter hervormt het bestuur en de administratie. Armen en zieken verzorgen is voortaan een taak voor openbare instellingen.
De Burelen van Weldadigheid zetten het werk van de vroegere parochies verder. Ze geven steun aan arme gezinnen. De Burgerlijke Godshuizen nemen het beheer van de oude hospitalen over. Ze bieden opvang aan zieken, geesteszieken, ouderen en wezen.
Beide instellingen erven ook het eeuwenoude grondbezit van hun rechtsvoorgangers. De gronden en hoeves blijven een stabiele opbrengst garanderen in de vorm van voeding en geld.
De overeenkomst tussen de stedelijke eigenaars en hun pachters biedt zekerheid aan beide partijen. Een deel van de oogst gaat rechtstreeks naar de hospitalen: basisproducten zoals graan en aardappelen, maar ook fruit en hout. Dankzij die korte keten beschikken de Gentse instellingen in tijden van hongersnood of oorlog altijd over relatief goedkoop voedsel. Pacht betalen en het gevraagde voedsel leveren, biedt ook aan de pachters stabiliteit en zekerheid. Als tegenprestatie hebben ze het recht om generaties lang met hun familie in dezelfde hoeve te wonen en dezelfde gronden te bewerken.
Gery Huysman, achtste generatie pachters van de familie, blikt terug op de periode waarin hij aardappelen leverde aan de hospitalen.
Géry Huysman: 'Als jonge gast ging ik mee patatten leveren in Gent aan de ziekenhuizen van het OCMW.'
Wat brengen Gentse gronden zoal voort? Deze affiches geven een idee: hooi, vlas, graan, en hout van de jaarlijkse houtkap.
Op dit beeld zien we een plechtig moment dat getuigt van de nauwe band tussen eigenaar en pachter.
Victor Blommaert (tweede van rechts), patrimoniumbeheerder van de Gentse Burgerlijke Godshuizen, brengt rond 1900 een bezoek aan de familie Scheele. De Scheeles pachten al zeven generaties gronden in Zaamslag in Zeeland.
Bekijk hoe Johan en Gian Scheele dat beleven in dit portret van vader en zoon ofwel de zevende en de achtste generatie pachtende Scheeles.
Johan Scheele: 'De grootste verandering is het ondernemerschap van mijn zoon. Hij heeft het meer in de vingers dan ik.'
Tot de Tweede Wereldoorlog blijven de Gentse gronden vrijwel onaangeroerd, ondanks de verstedelijking en industrialisering. Maar daarna wordt alles anders.
Het sociale beleid professionaliseert en wordt ambitieuzer.
Stelselmatig begint het OCMW zijn eeuwenoude landbouwpatrimonium te verkopen.
In 1976 krijgen alle steden en gemeenten in België een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Ze vervangen de Commissies voor Openbare Onderstand (COO) die in 1924 waren ontstaan uit de samenvoeging van de Burgerlijke Godshuizen en Burelen van Weldadigheid.
De OCMW's maken komaf met liefdadigheid als basis voor armen- en ziekenzorg. Zorg is niet langer een gunst, maar een afdwingbaar sociaal recht.
Joris Sleurs en Annemie Baetslé lagen mee aan de basis van OCMW Gent. Ze vertellen over de mentaliteitswijziging die ze teweeg brachten en over grote investeringen die ze realiseerden.
(Afbeelding: nieuwbouw van ziekenhuis Jan Palfijn, 1983, Archief Gent)
Joris Sleurs: 'We hebben daar toch gezorgd voor een niveauverschuiving.'
De ringvaart, twee snelwegen en de havenuitbreiding doorsnijden vandaag de open ruimte rond Gent.
Ze zijn moeilijk weg te denken. Toch zijn ze nog geen eeuw oud. Ze komen voort uit de economische groei en het vooruitgangsoptimisme van de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog.
Tussen 1960 en 1980 gaan maar liefst 1.000 hectare grond en 30 bijbehorende hoeves van OCMW Gent verloren. Naast de havengemeenten Sint-Kruis-Winkel, Zelzate en Evergem, wordt ook Nazareth getroffen. Als pachter verloor Hubert De Kocker hier enkele stukken grond door de komst van de E17. Hij blikt in deze video terug op het boerenleven in Nazareth voor de komst van de autostrade.
Hubert De Kocker: 'Nergens staat er een boerderij zo dicht bij een autostrade. Straf he.'
Achter de geschiedenis van de Gentse gronden gaan tal van persoonlijke verhalen schuil. Een van hen is Marie De Lepeleire, geboren in 1924. Ze blikt terug op een leven lang boeren samen met haar man Marcel in Afsnee. Met de komst van de tractor maakte ze de grote landbouwomwentelingen van de jaren 1960 en 70 mee.
Marie De Lepeleire: ‘Je pense que j'ai rampé d'ici à Bruxelles à genoux pour désherber.’
Sinds de jaren 1980 ontdoet het OCMW zich van zijn gronden. Eerst geleidelijk, dan sneller. Het grondbezit daalt van ruim 4.000 hectare in 1980 naar ongeveer 1.800 hectare vandaag. Van de meer dan 100 hoeves blijven er 5 over. Een deel van de opbrengsten dient om ICT aan te kopen en bejaardentehuizen, ziekenhuizen en welzijnscentra te bouwen.
Als notaris in Nazareth organiseerde Jean-François Agneessens talrijke openbare verkopingen van grond en hoeves van OCMW Gent.
Jean-François Agneessens: 'Openbare verkopingen waren vaak moeilijke dossiers, maar ik loste die problemen graag op.'
Door de talrijke verkopingen verloren de pachters de zekerheid waar de publieke gronden eeuwenlang garant voor stonden. Sommige boeren kopen de hoeve om de toekomst van hun bedrijf te verzekeren. Meestal blijven ze afhankelijk van het OCMW omdat ze het bijbehorende land nog pachten. Als ook dat wordt verkocht, dreigen ze de toegang tot de gronden te verliezen.
Jos Depotter is een van deze getroffen boeren. Hij vertelt over zijn zoektocht naar een nieuwe toekomst voor zijn bedrijf nadat OCMW Gent hoeve en grond verkocht.
Jos Depotter: 'Als een boer grond verliest is dat alsof je een of twee poten van zijn stoel wegzaagt.'
Sinds 2019 werkt Gent aan een nieuw groenbeleid, klimaatbeleid en ruimtelijk beleid. Onder de naam Gent en Garde lanceert de stad haar voedselbeleid. In 2023 volgt een visie op landbouw in en rond de stad. De Gentse gronden komen opnieuw in beeld als waardevol beleidsinstrument. Twee pilootprojecten voor duurzame landbouw geven enkele Gentse gronden in Afsnee en Mendonk een strategische invulling.
Maarten Cools hoopt in Afsnee met bioboerderij Goedinge een voorbeeld te zijn voor duurzame landbouw op publieke grond.
Maarten Cools: 'Wij zijn gestart met de Goedinge om te tonen dat het anders kan.'
Uit de erfenis van de Gentse gronden is de laatste 70 jaar heel wat verdwenen: zo’n 60 procent van alle land en vrijwel alle hoeves. Toch is het OCMW als eigenaar van 1.800 hectare nog altijd een grootgrondbezitter in de ruime Gentse regio.
Vandaag zijn maar liefst 160 boeren erg afhankelijk van de Gentse gronden. Voor de helft van die bedrijven gaat het om meer dan een derde van hun land.
Welke toekomst wacht de overgebleven Gentse gronden? Worden ze verkocht of blijven ze in publiek bezit? Welke doelstellingen kunnen ze helpen realiseren? In deze videoreportage vertellen acht betrokkenen hoe zij de toekomst van de Gentse gronden zien. Hun achtergrond is divers en ze koesteren elk hun eigen verwachtingen, ideeën en dromen.
Eindreportage: Wat brengt de toekomst?
Deze videoportretten waren te zien in de expo Gentse Gronden die liep van 22.03.2024 tot 29.09.2024.
In de context van de expo vonden drie debatsessies plaats van Stadsacademie, ILVO en STAM. Een verslag daarvan vind je hier.
Gent is lang niet de enige plek met publieke gronden. ILVO bracht ook de situatie in Brussel en Vlaanderen in kaart. Hier vind je meer info daarover.
Gentse Gronden. Een tentoonstelling van het STAM i.s.m. ILVO.
Curatoren: Esther Beeckaert en Hans Vandermaelen
Video: Frederik Verstraete m.m.v. Casimir De Kimpe en Kilian Longueville