Penning aan Jules Anspach als dank voor zijn hulp bij de Cholera-epidemie van 1866
Op de voorzijde staat een vrouw in vooraanzicht op trappen ; ze draagt een lang gewaad en rond haar hoofd zijn stralen ; in haar geheven rechterhand houdt ze een acaciatak en in haar linkerhand een rozenkrans ; ze houdt deze voor een altaar met brandende vlam waartegen twee ovalen wapenschilden staan ; op de voet van de trappen liggen een hamer, passer, winkelhaak, maatstok en truweel en op de tweede trap links staat, B (Braemt) ; links een kolom versierd met acaciatakken liggend op een rots en met erop de letter J en rechts een kolom versierd met rozentakken en met de letter B ; rondom bovenaan, R :. (rechthoek) DES AMIS PHILANTROPIQUES en onderaan, PR :. DE BRUXELLES ; rondom een geprofileerde rand.
Op de keerzijde staat binnen een krans van twee acaciatakken, die onderaan samen gestrikt zijn, een vijfpuntige ster met volgende tekst: LA / (rechthoek) :. / AU T :. C :. F :. / JULES ANSPACH / SON VEN :. M :. / POUR SA CONDUITE / VRAIMENT MAÇ :. / PENDANT L'EPIDÉMIE / DE L'AN DE LA / V :. L :. / 5866 ; rondom een geprofileerde rand.