Op de voorzijde zit een naakte vrouw naar links op een troon ; over haar benen is een doek gedrapeerd en boven haar hoofd is een stralende ster ; met haar rechterhand houdt ze een beker naar voren waaruit een slang kruipt en in haar linkerhand houdt ze een opgerold vel papier ; op de rugleuning van haar stoel is een lauwerkrans gehangen en staat verdiept, PALFYN ; rechts op de grond staat een beker met twee slangen en links staat een olielamp op een staander, een uil, distilleerkolven, boeken en een rol met verdiept, 1858 ; rondom bovenaan, SOCIETAS MEDICA GANDAVENSIS ; onderaan op de afsnede, ERECTA M D CCCXXXIV / ---- / J. BRAEMT INV. & F. (volgt de rand) ; rondom een geprofileerde rand. Onderaan op de keerzijde een gekroond Gents wapenschild met eronder op een banderol, S.P.Q.G. en links en rechts ervan takken, bloemen en graanhalmen ; bovenaan rondom, EXPERIMENTUM DIFFICILE ; eronder een horizontale stok met een slang er rond en rondom een verhoogde boord. Op initiatief van dokter Goethals werd in een voorbereidende vergadering op 24 juni 1834, samen met zijn collega's besloten de Société de Médicine op te richten. Op 14 juli werd door 46 artsen de statuten van de nieuwe vereniging getekend. Ze werd op 19 augustus 1834 geïnstalleerd Verscheidene pogingen om een dergelijke vereniging te Gent op te richten waren vroeger zonder succes gebleven. In 1797 werd reeds een Société Medicale opgericht welke niet lang stand hield. Op 20 november 1800 werd een tweede poging na korte tijd opgegeven. De derde poging vond plaats in 1812 met de oprichting van de Société Medico-chirurgicale. Deze hield haar laatste zitting op 15 november 1814. Men moest nog 20 jaar wachten vooraleer een duurzame Société de Médicine te Gent gesticht werd. Deze werd één van de machtigste van het land, zowel wat ledenaantal betrof als aangaande de werkzaamheden en publicaties. De vereniging vierde in 1884 haar vijftigste verjaardag. Bij deze gelegenheid werd een Jubileumboek uitgegeven waar vele specialisten aan meewerkten. De medaille gegraveerd door Braemt in 1858 diende als beloning voor de wedstrijden ingericht door de vereniging. Ze werd vermeld in hun maandblad van juni 1858. Het leeg veld op de keerzijde dient voor de gravure maar er zijn geen exemplaren gekend waar hierop een inscriptie is aangebracht. Waarschijnlijk werden de penningen zonder opdracht uitgereikt.