Gedenkpenning voor de inhuldiging van Maria-Theresia in de Oostenrijkse Nederlanden, 1744
De buste van Maria-Theresia staat op de voorzijde naar rechts met rondom, MAR • TH • D : G • R • HUNG • BO • D • BRAB • C • FL • INAUGURATA • en onderaan, I 744 ; links in de plooien van haar kleed, R en rondom een geprofileerde rand.
Op de keerzijde staan boven een altaar met een eeuwige vlam twee ineengestrengelde handen die uit de wolken komen met bliksemschichten ; onder de handen twee graanhalmen, twee slangen rond een toorts gedraaid ; rondom bovenaan, HÆC ARA TUEBITUR OMNES• ; onderaan op de afsnede, FIDES / PUBLICA en rondom een geprofileerde rand.
De inhuldiging van Maria-Theresia in Vlaanderen startte te Brussel op 20 april 1744 en vervolgde de daaropvolgende weken in Gent, Bergen, Luxemburg, Namen, Mechelen, Roermond en Doornik. De vorstin was telkens vertegenwoordigd door Karel Van Lorreinen.
Naast de strooipenningen, bestemd om uit te gooien naar het volk, werden voor de prominenten inhuldigingsmedailles uitgegeven. Ze bestaan in goud en zilver en in verschillende formaten en gewichten.