Penning van het Oudburg te Gent onder Maria-Theresia, (1767)
Op de voorzijde de buste van Maria-Theresia naar rechts met eronder, R. en rondom, MAR : TH : D : G : JMP : R : COM : FLAND : ; rondom een versierde boord.
De keerzijde toont het wapen van het Oudburg bestaande uit een leeuw in vooraanzicht die de poort van het Gravensteen tussen zijn poten houdt ; rondom van rechts naar links, CASTELLANIA VETERIS BVRGI GANDENSIS ; rondom een versierde boord.
Het was van oudsher de gewoonte van de diverse administraties om het jaarlijks nazicht van de rekeningen te verrichten aan de hand van rekenpenningen. Dit had te zien met de moeilijkheid om te rekenen met Romeinse cijfers. Na de controle mochten de personen welke hiermee belast waren de penningen behouden bij wijze van vergoeding. Het waren meestal koperen jetons. Na de inburgering van het gebruik van de Arabische cijfers, die meegekomen waren met de kruisvaarders, was het gebruik van de penningen overbodig maar het uitdelen ervan werd behouden en ze kregen meer en meer de vorm van een uitkering. Ze werden van dan af meestal enkel in zilver gemaakt. Niet alleen de verificateurs maar ook de schepenen en andere belangrijke personen ontvingen één of meerdere beurzen bevattende een dozijn jetons.
Ook bij het nazicht van de rekeningen bij de kasselrij van het Oudburg werden zilveren jetons uitgedeeld. De oudste dateren van 1639 en vertonen de beeltenis van Filips IV (zie N.216).
Deze jeton is de tweede met de beeltenis van Maria-Theresia, de eerste werd uitgegeven in 1751 en werd sindsdien gebruikt tot in 1767 beslist werd een nieuwe te laten slaan. De beeltenis van de vorstin is uitzonderlijk op deze jeton aangezien ze sinds 1765 steeds met de weduwesluier werd afgebeeld.