Op de voorzijde het gekroonde wapenschild van de Academie, bovenaan versierd met twee linten en links en rechts onderaan een lauriertak die worden samengehouden door een opkrullend perkament dat onder het wapenschild ligt ; rondom bovenaan, ACADEMIA REGIA GRAPHID. GANDAV. ; onderaan langs de boord, BRAEMT F. en rondom een verhoogde boord. De keerzijde heeft rondom een open krans van twee lauriertakken, onderaan gestrikt en met bovenaan in de opening een ster ; in het veld gegraveerd, ARCHITECTURE / 2E CLE 2E DIVN / 2E PRIX / HENRI DE GEYTER / DE GAND / 1869-70 ; rondom een verhoogde boord. Sinds haar stichting bekroonde de Academie om de twee jaar haar meest verdienstelijke leerlingen. Toen Maria-Theresia op 14 september 1771 aan de Gentse Academie de titel van Koninklijke Academie voor Teken- en Schilderkunst en Architectuur toekende, had dit tot gevolg dat de regering van dan af ieder jaar drie prijspenningen aan deze instelling ter beschikking stelde voor haar laureaten. Ook tijdens de Hollandse periode werden penningen van de koning verleend. De Gentse Academie verkoos meer penningen uit te reiken dan deze door de overheid verleend en kocht op eigen initiatief bijkomende stukken. Ook na de Belgische onafhankelijkheid bleef deze werkwijze bestaan en de Academie gaf opdracht aan Braemt om een medaille met het wapenschild van de instelling te ontwerpen. Ze werd geslagen in verguld zilver, zilver en brons en in twee formaten. Henri De Geyter, die architectuur volgde, kreeg in dit tweede jaar les van M.L. Putzeys. Hij moest op de prijsuitreiking, welke doorging in de Aula van de Universiteit, zich tevreden stellen met de bronzen medaille, voorafgegaan door Bernard Van de Catsyen die zilver won. Er werden voor het schooljaar 1869-1870, 47 penningen uitgereikt, 12 vanwege de koning en 35 door de Academie zelf gegeven.