Neobarokke zilveren ciborie op onregelmatig gewelfde voet versierd met een rank van druivenbladeren en druiventrossen. Op de welving zijn de aanbidding der herders, een laatste avondmaalscene met twee figuren (Petrus en Judas?) en Christus aan het kruis met Maria, Johannes en Maria Magdalena in gedreven reliëf voorgesteld. De nodus is versierd met het Lam Gods op het kruis, de pelikaan die zijn jongen voedt en twee gevleugelde engelkopjes op een graftombe of altaar. De vergulde cuppa en tegencuppa zijn versierd met medaillons waarin het Heilig Hart, het Hart van Maria en de Heilige Drievuldigheid zijn afgebeeld. Het geprofileerde deksel heeft een kruis op een wereldbol als bekroning. Op de rand van de voet, op de cuppa en het deksel zijn merken aangebracht. In het Stadsmuseum van Lokeren wordt een monstrans van dezelfde edelsmid bewaard (inv. M/2011/165). Deze ciborie is afkomstig van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen. Leden van deze congregatie vestigden zich in het begin van de 19de eeuw in de gebouwen van de voormalige cisterciënzerinnenabdij Nieuwenbosch te Gent. Daar richtten ze een school op. Na bijna tweehonderd jaar sloot hun klooster in Gent de deuren. De school is nog steeds gevestigd in de voormalige abdijgebouwen.