In spiegelbeeld en verdiept, LA VILLE DE / GAND / REÇOIT DANS SON PORT / LE PREMIER STEAMER / VENANT DIRECTEMENT D'AMÉRIQUE / AVEC / UN PLEIN CHARGEMENT / DE / COTON met rondom een parelcirkel met erbuiten langs de rand, bovenaan, STEAMER ANGLAIS "WATLINGTON,, CAPNE FREDERICK DAVIES en onderaan tussen twee bloemetjes, NOVEMBRE I885 Na het graven van het kanaal Gent-Terneuzen werd gewerkt aan de uitbouw van de Gentse haven. De volgende fase in de grote havenuitbreidingen, gestart in 1880, was het graven van een nieuw kanaalgedeelte te Zelzate en een nieuwe kanaalarm met sluis (12 meter breed en 110 meter lang) te Sas van Gent. Deze werd op 1 september 1885 definitief voor de scheepvaart opengesteld. Kort daarop voer het Engelse schip de « Watlington » de Gentse haven binnen. Het probleemloos binnenvaren van dit voor die tijd grote stoomschip (2.000 ton, 84 meter lang en 11 meter breed) moest de vlotte toegankelijkheid van de haven bewijzen. De « Watlington » , te West-Hartlepool gebouwd in 1882 in opdracht van R. Ropner & Cie, was op 24 oktober vertrokken uit de haven van West-Point, Virginia, met een lading van 5.350 balen katoen bestemd voor de Gentse firma Ed. Joski door tussenkomst van de scheepsmakelaar Karel Mestdagh. Het schip werd op 12 november on 14 :00 h verwelkomd door kanongeschut terwijl op het Belfort de beiaard speelde en Klokke Roeland werd geluid. De burgemeester en het schepencollege werden aan boord ontvangen en boden de Belgische vlag aan met in het midden het wapen van Gent. Een herinneringsmedaille werd overhandigd. De kapitein Davies, de heren Mestdagh, Joski en de kapitein van de haven ontvingen een verguld zilveren exempaar terwijl de andere aanwezigen een bronzen exemplaar kregen. De voorzijde van deze penning is de klassieke uitbeelding van de Gentse maagd door Victor Lemaire.