Vz. Hoofd naar links van koning Boudewijn met bril en onder de hals DARVILLE en met rondom onderaan, BALDVINVS REX BELGARVM Kz. Centraal een rechtopstaande deegrol en horizontaal een ovenschop met op de kruising van beiden een wereldbol en rechts op de steel van de schop, EURO BA en rechts erboven op een verheven cirkel, 1959rondom telkens tussen twee verhoogde cirkels, op de binnenste cirkel, ARBEID – ORDE – TUCHT TRAVAIL – ORDRE – DISCIPLINE en op de buitenste cirkel, LANDSBOND DER BELGISCHE BROOD – BANKETBAKKERSBAZEN LIGUE NATIONALE DES PATRONS BOULANGERS – PATISSIERS BELGES (de twee talen telkens gescheiden met een bloemetje) Tijdens de Eerste Wereldoorlog was in Brussel een nieuw lokaal Bakkersverbond opgericht met een succesvolle aankoop- en productiecoöperatie, het zogenaamde Huis der Bakkersbazen. Uit dit hoofdstedelijk initiatief groeide in 1918-1919 de Landsbond der Belgische Bakkersbazen. De nationale koepel werd definitief opgericht op 2 april 1923. In de Landsbond der Belgische Bakkersbazen werd begin 1935 een corporatieve studiecommissie gevormd en de vorming van een "landelijke bakkerscorporatie" was het centrale agendapunt tijdens het nationaal bakkerscongres van juni dat jaar. De Landsbond, een federatie van provinciale bakkersbonden, bleef ook na de Tweede Wereldoorlog de centrale belangenverdediger van de Vlaamse bakkers. Zij voerde daarbij een principieel onpartijdige koers. De Landsbond was vertegenwoordigd in de Hoge Raad van de Middenstand, onderhandelde met de overheid over o.m. de broodprijs, organiseerde zeer diverse samen aankoop- en opleidingsinitiatieven (bakkersscholen en -leergangen) en promootte het bakkersambacht in de Vlaamse samenleving. Een ander belangrijk aandachtspunt was de invoering van een wekelijkse rustdag en de implementatie van de vestigingswet (1958) onder de bakkers. De Landsbond bleef ook betrokken in internationale structuren van het bakkersberoep.