Kort jakje in lancé-staf met diepe rond halsuitsnijding (oorspronkelijk bedekt met geplooide of over de borst gekruiste halsdoek) en hoge taillelijn. Een sluiting midden voor met vijf haken en ogen. Langs de taillelijn vooraan: vier afhangende kleppen. In de rug is een kort afgerond schootpand in smalle plooien tegen het lijfje gezet en afgeboord met een fijne gefronste strook. De lange aansluitende mouwen worden onderaan langs een split in de buitennaad gesloten met twee paarlemoeren knoopjes. Het weefselpatroon bestaat uit bloemenruikers en verspringende horizontale rijen. De richting van de motieven wisselt rij per rij. De tinten van het basisweefsel zijn groen, roze en wit.