Het voorwerp is samengesteld uit volgende gegoten delen: de ketel waarvan de hengselaanzetten zijn bijgestoken, het hengsel, de haak en de ring. De ketel heeft een plat bolle vorm met uitstaande kraag waarop twee hengselhechten in de vorm van een vrouwenbuste. De tuiten zijn grotendeels afgebroken.
Deze recipienten die zowel tijdens de litugie (voor de handenwassing) als in burgerlijke interieurs werden aangewend worden meestal lavaboketels genoemd. Volgens de auteur B.Dubbe uit Nederland komt het woord 'lavabo' niet voor in het Middelnederlands. De benaming hangend watervat wel.