De voetvrije japon in parelgrijze (nu roomkleurige) tafelzijde heeft een hoge taille en een licht uitstaande rok. Een sluiting midden voor met twee (nu verdwenen) knopen op het lijfje (aan hals en taille) en zes knopen op de rok, beide met lusjes. De knopen zijn met weefsel bekleed. Het korte lijfje heeft een ronde hals en een liggende kraag op schouders en rug. Het voeringlijfje heeft midden voor een vetersluiting geflankeerd door twee baleinen. Het oorspronkelijk gordeltje is verdwenen. De zeer lange en tamelijk ruime mouwen zijn lichtgefronst onder een schouderkapje en hebben een geknoopt lintje rond de pols. De taille reikt op midden rug hoger dan in de zijden. Van daaruit vertrekken plooien over het lijfje en de rok. Onder de japon wordt daar een kussentje gedragen waardoor de rok mooi neerhangt. De japon is belegd met zijdelint met een ingewerkte reliëfrand langs de hals, polsen en zoom, de rand van de kraag, schouderkapjes en linkervoorpand. Vermoedelijk werd deze japon en de japon (inv. 11.351) door dezelfde naaister gemaakt. Een gift van de familie Voortman.