De japon in bruingesneden fluweel heeft een hoge taille en een uitstaande rok. Een sluiting midden voor met vijf knopen op het lijfje en zes knopen op de rok, telkens met lusjes.
Het korte lijfje heeft een kleine liggende kraag en is versierd met één rij knopen die boogsgewijs over het lijfje van schoudernaad tot schoudernaad geschikt zijn. Op ieder pand worden vier dubbele bruine koorden vanaf de knopen van de midden sluiting naar deze op de zijkanten gedrapeerd. De bolvormige knopen zijn bekleed met bruin zijdegaren. Het voeringlijfje heeft midden voor een vetersluiting geflankeerd door twee baleinen. Smal gordeltje met een knoop- en trensjessluting midden voor. De lange mouwen, gefronst bovenaan, hebben twee gefronste strookjes over de hand en een bandje met knoop- en trensjessluiting rond de pols. Aan de binnenzijde van de mouwen zijn tweemaal vier lintjes aangebracht waarmee men een pofeffekt op de bovenarm kan creëren. Op midden rug reikt de taillelijn hoger dan vooraan. Van daaruit vertrekken plooien over het lijfje en de rok. Onder de japon wordt daar een kussentje gedragen, waardoor de rok mooi neerhangt. De japon is belegd met een dubbel geschikte roomkleurige zijdekraag op de gordel en polsbandjes, langs de randen van de kraag en rechtervoorpand en langs de zoom. Vermoedelijk werden deze japon en japon (inv. 00498) door dezelfde naaister gemaakt.
Een gift van de familie Voortman.