De jas in zwart laken heeft een staande kraag, lange mouwen met omslag en licht afgeronde voorpanden die reiken tot het middel. In de zijden en op de rug vormt de jas van het middel naar beneden toe twee slippen, die elkaar een weinig overlappen. Aan weerskanten van de slip zit een valse plooi, waartussen telkens een zak is aangebracht. Een sluiting midden voor met negen knopen en knoopsgaten. Boven de aanzet van de valse plooien ligt een knoop en langs de buitennaad onderaan twee knoopjes. De grote knopen zijn versierd met het Belgisch wapenschild gedekt met de koninklijke kroon en eronder een golvend lint met opschrift "L'union fait la force". Het wapenschild is binnen een ring gevat die het opschrift "enseignement moyen" en een bloemtakje draagt. De knopen zijn op de achterzijde gemerkt met "Lassen et Cie Bruxelles". De kleine knopen zijn versierd met het Belgisch wapenschild gedekt met de koninklijke kroon. Het schild is omringd met het snoer van de Leopoldsorde vergezeld van twee kruiselings geplaatste scepters met op een golvend lint opnieuw "L'union fait la force". De knopen zijn op de achterzijde gemerkt "L.B.". Alle knopen zijn verguld en de voering is op de romp gewatteerd en doorstikt.De jas is versierd met borduurwerk op de kraag, olijftakken op de mouwomslagen. De lange broek heeft rechte, onderaan een weinig verbredende pijpen. Een sluiting midden voor met vijf knopen en knoopsgaten onder een smalle vertikale klep.. De tailleband heeft zes knopen, vier vooraan en twee achteraan ter bevestiging van de bretellen. Vooraan op de tailleband rechts staat een klein zakje en onder de tailleband langs de buitennaden twee zakken, gesloten met knoopje en knoopsgat. Alle knopen zijn van geverfd metaal en in de lenden zijn twee banden en een geverfde metalen gesp met opschrift "1854" en "M". In de middenrugnaad bovenaan is een korte split. De pijpen waren oorspronkelijk langs de buitennaad belegd met een goudgalon (sporen van geel naaigaren). Onderaan langs de binnenzijde van de pijpen zijn twee koperen knoopjes voor het bevestigen van een bandje dat onder de voet gaat en de broek strak moet houden. Het opschrift op de voering van de rechterzak "Mr. Gantrelle". Bij deze ambtskledij hoort een steek ( inv. 7552). Deze ambtskledij werd gedragen door Joseph Gantrelle, inspecteur van het middelbaar onderwijs (Echternach 18.1.1809 - Gent 24.2.1893). Gantrelle werd in 1854 benoemd tot inspecteur en in 1864 werd hij gewoon hoogleraar aan de faculteit van Letteren en Wijsbegeerte te Gent.