De jas heeft een hoge staande boord met omgeslagen kraag. De voorpanden zijn vanaf de borst nogal fel weggesneden. Vanaf de heupen naar beneden toe vormt de middenrugnaad een split. De panden overlappen er elkaar, en de zijnaden vormen een split en twee plooien. Lange aansluitende mouwen met omslag. De mouw is onderaan langs de buitennaad open en wordt er gesloten met twee knopen ( bekleed met vozeringzijde) en knoopsgaten onder de omslag. Twee zakken met klep met drie punten. Langs de rand van het rechtervoorpand: tien knopen. Haak- en oogsluiting tussen de derde en vierde knoop. Op de mouwomslag: twee knopen, onder de zakopening: drie knopen. Bij de zijnaadplooien: twee knopen Het vest heeft een zeer smal boordje rond de hals. Voorpanden hebben een middelmatig lang tamelijk weggesneden schootdeel. Twee zakken met klep met drie punten. Sluiting midden voor met elf knopen en knoopsgaten. Onder de zakopening: drie knopen. Het rugpand is van roomkleurig laken. Kniebroek heeft middenvoor een vertikale sluiting met drie knopen en knoopsgaten op de taillebande en verder over de grote horizontale klep met twee geborduurde knopen en met op een aangezet stukje twee knoopsgaten. De klep is op de hoeken met een knoop en knoopsgate bevestigd. Op de tailleband vooraan rechts een zak met belegstrook, midden rug een split met twee banden waarvan één met knoopsgat. Het weefsel is in de rug tegen de tailleband gefronseld. Onderaan de nogal aansluitende pijpen: buitennaad split met vijf knopen en knoopsgaten, knieband met knoopgat. het kostuum is versierd met borduurwerk in een patroon van door elkaar golvende smalle linten en fijne gestileerde bloemenranken. Borduurwerk op de jas: langs de rand van de staande boord van de kraag, de zijrand van de voorpanden, van de middenrugsplit en de zijnadsplit, in de lenden, rond de zak, op de zakklep. De met weefsle beklede knopen van het kostuum dragen een bloemtakje, behalve deze op de broek in de taille. Dit galakostuum werd gedragen door Baron de Nève op het einde van de 18de eeuw. Het werd in bruikleen aan het museum gegeven door ridder E. de Nève de Roden in 1908.