Centraal binnen een ovalen parelkrans staat een gekruiste fakkel en staf met rond het ovaal de vier benen van een ereteken die aan de uiteinden gesplitst zijn en omgeven door stralen ; rondom, SOUV .: T.: D.: G.: P en onderaan, C.: □ O ; gekleefd op een karton (wegens gebroken) met achteraan een wit lintje.