Een Aaccoladeschild met vier rijen blokjes (bovenaan vier dan drie, twee en een), wapenschild van Willem Wenemaer met rechts en links een versiering en erboven het jaartal I6IZ en met rondom een cirkel en een verhoogde buitenrand. Op de keerzijde eveneens een accoladeschild met de buste van een vrouw in vooraanzicht, wapenschild van Margaretha ‘s Brunnen met rechts en links een versiering en erboven het jaartal I53I en met rondom een cirkel en een verhoogde buitenrand. Willem Wenemaer, behorend tot de koopmansgilde, sneuvelde in 1325 aan de Rekelingebrug als aanvoerder van de Gentse militie die als medestanders van graaf Lodewijk van Nevers de opstandelingen van de zogenaamde kustopstand van 1323 wilden insluiten. Naar dit feit verwijst de Rekelingenstraat, het stukje straat tussen het Veerleplein en de Burgstaat. Twee jaar tevoren, in 1323, had Wenemaer op het Veerleplein een godshuis opgericht. Hij had daartoe het huis “Het Paradijs” aangekocht. Hij werd begraven in de kapel van het godshuis. Na zijn overlijden werd dit verder bestuurd door zijn vrouw Margaretha ‘s Brunnen die op haar beurt na haar overlijden naast haar man werd begraven. Hun beider gedenksteen wordt eveneens in het museum bewaard (inventarisnummer. 2357) alsmede de lijsten met de voogden van het godshuis (inventarisnummer. 653). Na de dood van Margaretha ontstond een twist tussen de erfgenamen Wenemaer en ’s Brunnen over het eigendomsrecht. Uiteindelijk werden er voogden aangesteld om het godshuis te leiden. Eind 16de eeuw werd het godshuis ingrijpend verbouwd en in 1867 werd het afgebroken. Enkel de ingangspoort is bewaard gebleven.