Op de voorzijde een zicht op een toren omgeven door een ronde muur met zijden twee kleinere torens met zowel op de grote toren als op de kantelen vlaggen met de Antwerpse hand ; boven de muur rechts een wapenschild met vier leeuwen en links met een tweekoppige adelaar ; rondom een versiering met boven en tussen een verhoogde cirkel en de verhoogde rand, in gotische letters, Antwerpiensis + Sigillum ? monarcchie De keerzijde toont een zicht op een gebouw met links een toren met een ingangspoort en erboven op een lint, VETUS CURIA ANTVERPIA en rondom bovenaan, WIJK OUD ANTWERPEN + ; onderaan op de afsnede, I894 en rondom een verhoogde boord.. Op 5 mei 1894 werd voor de tweede maal een Wereldtentoonstelling geopend op Antwerpse bodem. Ze liep tot november en tal van bekende Antwerpse architecten tekenden ontwerpen voor de paviljoenen (o.m. F. Truyman, G. Van Oenen, Jos Bascourt, Jules Hofman en J.L. Hassel). Vooral de fragmentarische reconstructie van een 16-eeuws “Oud-Antwerpen” was een topattractie en zou tot voorbeeld dienen voor het “Oud-Vlaenderen” van de latere Gentse Wereldtentoonstelling in 1913. De ingang van “Oud-Antwerpen” was een reconstructie van de vier decennia eerder gesloopte Kipdorppoort die op de penning is afgebeeld.