Op de voorzijde staat de buste naar rechts van Dekeyser en met langs de rand links, NICAISE en rechts, DEKEYSER ; onderaan langs de rand verdiept, Josuë Dupon en rondom een dunne boord.
De keerzijde toont een wildeman (links) en een wildevrouw (rechts), beiden met knots, ze houden het gekroonde Antwerpse wapenschild op een achtergrond van bladeren en bloemen ; rondom bovenaan, ANTWERPEN en onderaan op de afsnede op een pancarte bovenop bladeren, 1813 ? 1913 ; rechts langs de rand verdiept, Josuë Dupon en rondom een dunne boord.
Antwerpen wilde zijn illustere zoon en kunstschilder een waardige postume hulde brengen ter gelegenheid van de 100ste verjaring van zijn geboorte. Op 9 augustus 1913 was er in de trapzaal van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten een feestzitting, er ging een praalstoet uit, er werd een herdenkingsboekje uitgegeven en Josuë Dupon maakte de herinneringspenning. Aan de twee dochters van de kunstenaar werd door de stad een zilveren medaille in een prachtschrijn aangeboden.
De keerzijde wordt als Antwerpse stadsmedaille gebruikt.