Een ingegraveerd plaatje is gevat in een volle ring met bovenaan een opengewerkte kroon met een ring, aan de ring bevestig met twee sierkrullen. Het plaatje is als volgt ingegraveerd : op de voorzijde centraal het gekroonde Belgische wapenschild met op een banderol eronder, UNION FAIT LA FORCE en rondom bovenaan, * ATHENÉE ROYAL DE GAND * , onderaan, ANNÉE SCOLAIRE 1879 – 1880 ; tussen het plaatje en de rand een cirkel bestaande uit kleine ringen. Op de keerzijde is de volgende tekst gegraveerd, -- ? --- / PRIX D’ HONNEUR / décerné à / Mr Georges Hulin / ---‘’’--- en rondom bovenaan, SECTION DES HUMANITÉS en onderaan, 14 AOÛT 1880. ; tussen het plaatje en de rand een cirkel bestaande uit kleine ringen. Op 10 oktober 1777 startte het staatsonderwijs te Gent in uitvoering van een keizerlijk decreet van 9 maart 1777 dat het middelbaar onderwijs in de Oostenrijkse Nederlanden regelde. Het Gentse Teresiaanse College nam zijn intrek in het voormalig klooster van de Jezuieten in de Volderstraat. De annexatie bij Frankrijk wijzigde echter de organisatie van het staatsonderwijs en te Gent werd de “Ecole Centrale du Département de l’ Escaut” in een gedeelte van de vroegere Baudelo-abdij geopend. Tijdens de periode van het Koninkrijk der Nederlanden werd het middelbaar onderwijs in het zuiden gereorganiseerd door het onderwijsdecreet van 19 februari 1817. Het verleende aan het Gents “College Municipal” het statuut van Koninklijk College dat na de Belgische onafhankelijkheid omgedoopt werd tot “Athénée de Gand” en vanaf 1 juni 1850 “Athénée Royal” werd. De prijspenningen voor verdienstelijke leerlingen duiken voor het eerst op tijdens de Oostenrijkse periode. Ze bleven in alle takken van het onderwijs in zwang tot het begin van de twintigste eeuw. Dit stuk werd behaald door Georges Hulin in het schooljaar 1879-1880 in de richting humaniteiten die in totaal zes leerjaren besloeg.