Een kaarsgieter staat op de voorzijde in vooraanzicht en steekt een gietvorm voor kaarsen in een ton vóór hem met naast hem links, 1 7 , rechts, 3 5 ; en rondom een verhoogde rand.
De keerzijde toont twee gekruiste talgscheppen met rondom, NEERINGE VAN DE KEERSGIETERS. en rondom een verhoogde rand.
De kaargieters vervaardigden en verkochten vetkaarsen. In 1540 werd door Karel V het ambacht samengevoegd met dat van de kaaskopers en de kruideniers. Elke gilde behield echter zijn eigen gebruiken, feesten en plechtigheden maar ze werden gezamenlijk bestuurd door één hoofdman.