op de voorzijde is het Gentse wapenschild geplaatst op een Art Nouveau-omlijsting met een horizontale stang waarvan de uiteinden buiten de rand zichtbaar zijn ; boven het schild, EXPOSITION / UNIVERSELLE / GAND ; langs beide zijden van het wapenschild een sierkrul met eronder links, 19 en rechts, 13 ; onderaan een lauriertak naar elke kant. De keerzijde heeft een blanco cartouche met erboven, GENT en eronder, WERELDTENTOONSTELLING / 1913 ; onder het jaartal een monogram van PF boven een ingeslagen AR ; onderaan drie blaadjes en een lauriertak naar elke kant. Dit draagteken was noodzakelijk ter identificatie van bevoegde personen op het terrein van de Wereldtentoonstelling. Op de cartouche op de keerzijde werd de naam en eventueel de sectie ingegraveerd. Afgaande op de teruggevonden exemplaren mag men aannemen dat dit type medaille door de leden van de administratieve raad en door alle commissarissen, voorzitters, ondervoorzitters en secretarissen van de tweeëntwintig groepen gedragen werd. Aangezien op deze twee exemplaren geen gravure voorkomt betreft het ongebruikte draagtekens.