Op de voorzijde zit een vrouw naar links met een lang kleed en een muurkroon, ze heeft een lauwerkrans in haar rechterhand en haar linkerhand rust op het wapenschild van Brugge ; onderaan langs de rand op de afsnede, F. DE HONDT F. en rondom een verhoogde boord.
De keerzijde heeft een open krans van twee lauriertakken die onderaan gestrikt zijn met in het midden een leeg veld voor gravure en rondom een verhoogde boord.
In 1828 gaf de stad Brugge opdracht aan François De Hondt om een stadsmedaille te ontwerpen die voor elke gelegenheid kon gebruikt worden. Het resultaat toont op de voorzijde een verpersoonlijking van Brugge en is voor de rest volkomen neutraal. De keerzijde kon voor elke gelegenheid gegraveerd worden en dit gebeurde voor de eerste maal in 1828 voor een muziekwedstrijd. Zelfs tot na de dood van De Hondt werd de medaille nog steeds aangemaakt door het stadsbestuur.
Dezelfde voorzijde werd ook gebruikt voor een tentoonstelling in 1837 ingericht door de Academie voor Schone Kunsten te Brugge. De Hondt ontwierp hiervoor een aangepaste keerzijde met het wapenschild van de Academie.