Op de voorzijde het hoofd van Napoleon III naar links met onder de hals, BARRE en rondom tussen twee parelcirkels, bovenaan, NAPOLEON III EMPEREUR en onderaan, 1853 tussen een kruikje (links) en een olielampje (rechts). Op de keerzijde in het veld de tekst, VISITE / DE / LL.L. M.M. I.I. / 23 24 SEPTen rondom tussen twee parelcirkels, * LA VILLE DE LILLE RECONNAISSANTE In september 1853 bezocht Napoleon III Noord-Frankrijk om de industriële activiteiten te ondersteunen. Van 23 tot 25 september genoten hij en zijn vrouw, keizerin Eugénie, in de gietende regen een enthousiast welkom te Rijsel, een grote industriestad, dat talrijke fabrieken telde, katoen- en linnennijverheid, metaalfabrieken en een grote chemische nijverheid. De arbeiders leefden er in erbarmelijke omstandigheden. Het bezoek van de vorsten moest een economisch herstel inluiden. Deze munt werd geslagen in de plaatselijke munt van Lille. Dit is af te leiden uit de munttekens bij het jaartal : de antieke olielamp was het muntteken van de Lillese muntdirecteur Charles Frédéric Kuhlmann, hij was er in functie van 1850 tot 1857 en bovendien de laatste directeur van deze munt die haar deuren sloot in 1857. Het andere muntteken links van het jaartal is hondenkop, het muntteken van de chef graveur van de Franse munthuizen Jean Jacques Barre. Hij graveerde deze munt zelf en signeert ze om die reden. Een herdenkingspenning werd geslagen in duizend exemplaren met de voorzijde van het toenmalige muntstuk van 10 centiemen. De penning circuleerde dan ook in de omloop als tegenwaarde van 10 centiemen. Het stuk, dat zowel een penning als een munt kan genoemd worden, komt daardoor meestal voor met dezelfde slijtage als een munt. In 1854 gebeurde dit eveneens (zie N.158 en N.164) ter gelegenheid van de oprichting van een monument voor Napoleon I.