Eerbetoon aan J.T. De Sutter voor het behalen van de Prijs van Rome, 1919
De voorzijde toont de Gentse maagd (type Lemaire); ze zit lichtjes schuin met rechts van haar de leeuw met zijn voorpoten op haar rechterbeen; in haar rechterhand een vlag met het opschrift S.P.Q.G. ; haar linkerarm rust op een groot schild met een leeuw; ze heeft lange haren en draagt een kroon; haar gewaad met korte gepofte mouwen hangt tot over haar voeten; naast het schild op de grond staan een wereldbol, boeken en een lauwerkrans; op de achtergrond staat een afsluiting en in de verte ziet men de Gentse torens en schouwen.
Op de keerzijde de tekst DE STAD GENT / AAN / Mr J. T. DE SUTTER / 26 OCTOBER / 1919 / PRIJS VAN ROME / VOOR DE / TOONKUNST ; de eerste en de laatste regel volgen de boord.
Jules Toussaint De Sutter werd geboren te Gent op 10 april 1889 en studeerde in zijn geboortestad aan het conservatorium waar hij de eerste prijs behaalde voor piano in 1910 en voor fuga in 1911. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij eerst in Engeland, waar hij huwde, en kwam in 1917 aan het front terecht. Na de oorlog behaalde hij de eerste plaats voor de “Prijs van Rome” voor zijn cantate “Thyl Ulenspiegel banni”. Nog vóór de uitslag bekend was belastte de stad Oostende hem met de leiding van haar stedelijke muziekacademie. Op 26 oktober 1919 werd hij te Gent gevierd voor zijn overwinning en ontving een herdenkingsmedaille.
Op 11 april 1920 volgde zijn aanstelling tot tweede dirigent bij het Kursaal te Oostende.
De Sutter werd in 1936 directeur van het Koninklijk Conservatorium te Gent in opvolging van M. Lunssens. Hij bleef dit tot in 1954.
De Sutter kwam samen met zijn echtgenote om in de ramp te Fréjus op 2 december 1959.