Het vest in roomkleurige tafzijde heeft een ronde hals en de voorpanden hebben een middelmatig kort, iets weggesneden schootdeel. Een sluiting midden voor met twaalf (nu nog slechts vier) knopen en knoopsgaten. De voorpanden zijn versierd met borduurwerk langs de hals, de zij- en onderrand, op de zakklep en onder de zak met min of meer golvende gestileerde bloemenranken en snoeren met kwasten (van deze laatste twee resten enkel de sporen van het opnaaien van de zilvercantille, waarvan nog schaarse fragmentjes)), gestileerde bloemtakjes gezaaid over het oppervlak en afzonderlijk op de knopen geborduurd.