De jas in donkerbruin laken heeft een lage staande kraag, de voorpanden zijn vanaf de borst fel weggesneden en op de rug vanaf de heupen naar beneden toe vormt de middennaad een split. De panden overlappen er elkaar en er wordt een plooi langs de zijnaad gevormd. Lange mouwen met omslag, twee zakken met een klep en drie punten waaronder een kleinere klep zit met een knoop en knoopsgat. Bovenaan in de zijnaadplooien zit een zak. Langs de rand van het rechtervoorpand staan tien knopen en aan de andere rand tien knoopsgaten waarvan enkel drie, vier en vijf opengemaakt werden. Op de mouwomslagen staan drie knopen en onder de zakopeningen op het voorpand ook drie, alsook bij de zijnaadplooien. Alle knopen zijn belegd met bruin zijdegaren in een stermotiefje. De jas is belegd met een ivoorkleurig zijdekoord langs de kraag, de zijrand van de voorpanden, van de zijnaadplooien en de middenrugsplit, langs de rand van de mouwomslag en de zakklep. De voering van de jas is op de schouder voor- en achteraan gewatteerd en doorstikt. Op de voering is een stempel met opschrift "Th. Lybaert. Peintre à Gand" en het cijfer "16". Zie ook inv. 10281 mogelijk bijhorende kniebroek.