Onversneden weefsellappen met voorpanden van een vest
Twee rechthoekige lappen, waarop de omtrek en de versiering van de voorpanden, zakbelegstroken, kraag en kraagomslagen en de knoopbekledingen voorgeborduurd zijn. De omtrekken van de belegstroken zijn uit panelen geknipt en met enkele steken op hun plaats aangebracht. Het vest zou een staande kraag met omslag, belegstroken bij de zakken en een horizontale basis gehad hebben. Twintig vakjes voor knoopsgaten (tien op elk voorpand) en tweeëntwintig borduurmotiefjes voor de knopen zijn voorzien.
De geborduurde versiering vormt golvende, fijne bloemenranken langs de zij- en onderrand van de voorpanden, de kraag en de kraagomslag. Tussen de knoopsgaten liggen bloemenmedaillons met strik; op de zakbelegstroken liggen golvende fijne bloemenranken, gestrikte blad- en parelsnoeren en bloemtakjes.