De rand van de lage steek in zwart gesatineerd vilt is tegen de bol omgeslagen in twee delen, waarbij de linkeromslag hoger reikt dan de rechter. De omslagen zijn aan de bovenrand versierd met korte zwarte krullende struisveren. Op de rechteromslag is bovenaan een kokarde in de Belgische driekleur aangebracht, waarover drie goudkoorden naar een verder geplaatste knoop lopen. De vergulde knoop is versierd met een bloemenkransje.
De tweesteek hoort vermoedelijk bij de ambtskledij jas en vest (inv. 11.376 en 10.291) omdat ze alle hetzelfde type knoop dragen.