kandelaartje met cirkelvormige voet op drie uitstaande pootjes in de vorm van schematisch aangegeven dierenkopjes. De gedrongen cilindervormige schacht heeft een schijfvormige knoop en schijfvormige vetschaal. De hoge ijzeren kaarsenpin is voorzien van een huls als kaarsedrager. De kandelaar zou volgens H.Van Duyse in 1885 gevonden zijn in de Reep te Gent. Vervalsing?