schenkkan met ringvormige voetrand, samengedrukte sferische buik overgaand in een licht uitstaande hals. Een éénkakig scharnierend deksel waarvan de duimrust de vorm heeft van twee eikels en een haakvormig gebogen oor. Op het dekselmedaillon staan twee merken: het wapen van Gouda en een uitgesneden schild met C dat verwijst naar een niet-geïdentificeerd tingieter.
In een artikel verschenen in het tijdschrift "Stadsarcheologie" (1978/3) stelt de toenmalige conservator van het Bijlokemuseum, A. Van den Kerkhove, dat de kan echter typische kenmerken vertoont van Hanzekannen terwijl anderzijds de reliëfversieringen op de vlakke voorkant van het oor en een gefigureerd, opgesoldeerd medaillon op de binnenkant van de bodem daarvoor ontbreken.
De schenkkan werd overigens gevonden in de Schelde te Dendermonde. In de briefwisseling met de redactie van het bovenvernoemde tijdschrift wordt echter gesproken over het tinnen kruikje dat eertijds gevonden werd in de Reep ?? In 1937 werd de tinnen kan geschonken door de echtgenote van de bekende oudheidkundige Joseph Maertens de Noordhout.