Cilindervormige maatkan van wit beige steengoed met doorschijnend zoutglazuur en met tinnen deksel. De kan is afkomstig uit Siegburg maar het tinnen montuur met laag gewelfd deksel, klauw in de vorm van een schelp, tweekakig scharnier en hechting aan het oor is van Gentse oorsprong. Gentse tingieters hadden en dit vanaf 1542 het voorrecht om stenen ingevoerde kannen te voorzien van een tinnen deksel. Het deksel bevat tevens een gesoldeerde loden gedenkpenning met aan de voorzijde de voorstelling van H. Petrus en volgend opschrift: SVPER.HANC.PETRAM.AEDIFICABO.ECCLESIAM.MEAM. +. De keerzijde toont het niet uitgevoerde ontwerp van de voorgevel van de Gentse Sint-Pieterskerk waaronder de datum : AN. MDCXXIX en het randschrift: IOACHIM.ARSENIUS.ABB.S.PETRI IVXTA.GAND.IN.MONTE.BLAND. Naar aanleiding van de eerste steenlegging van de Gentse Sint-Pieterskerk in 1629 vervaardigde de Duitse goudsmid Hans Jorisson op last van de Sint-Pietersabdij 57 gedenkpenningen ( één gouden, 6 zilveren en 50 verguld koperen). Gelijktijdig werden ook loden penningen zoals deze in het deksel van de kan vervaardigd. De kan heeft een maatpegel en uitgesleten ijkmerk op de hals.