Het gebedenboekje was volgens het opschrift op f°2 , in 1574 eigendom van de Gentenaar Laureins vanden Haute, alias Laurens Du Bois. Hij was op dat ogenblik in dienst van Jacob Fugger in Augsburg. In 1581 liet Vanden Haute het gebedenboekje verluchten door Joris Hoefnagel (Antwerpen 1542 - Wenen 1601). De zes miniaturen die de kunstenaar op enkele bladen perkament schilderde, werden in katernen tussen de gebeden ingevoegd. De voorstellingen zijn o.m. een zegende Christus (f°8); een Calvarie (f°12v.); de Geboorte van Christus met de initialen GE en HF (f° 16v.); Sint-Laurentius met monogram GHF en de datum 1581 (f° 20v.); de verrijzenis (f°24v.) en het wapenschild met initialen en spreuk van Laureins vanden Haute 'en Dieu gist mon espoir' (f°75). De miniaturen zijn vergezeld van emblemen, opschriften en decoratieve elementen die karakteristiek zijn voor Joris Hoefnagel. Vermoedelijk ontmoette Laureins vanden Haute de kunstenaar in Beieren waar hij voor een opdracht een tijd verbleef.
Het boekje komt uit het Wenemaersgodshuis aan het Sint-Veerleplein in Gent, waar Laureins vanden Haute als familielid van de Wenemaers, een tijd als voogd fungeerde.