De tabakspot is onderdeel van een set van twee potten. Ze hebben een blauw decor en geelkoperen deksel. In een cartouche op de buik van de pot is respectievelijk het opschrift Varinas en Havana aangebacht. Het zijn de namen van uitgelezen Venezolaanse en Cubaanse tabaksoorten die vooral tot snuiftabak werden verwerkt. De cartouche is links en rechts geflankeerd door een indiaan(?) met pijp en tabaksplant in de handen. Beide potten zijn gemerkt met het teken van de Delftse faiencefabriek De Porceleyne Clauw die van 1805 tot 1840 onder leiding van de zoon van Lambertus Sanderus stond.
Invoer van nieuwe produkten uit Amerika zoals tabak, chocolade en koffie leverde ook nieuwe voorwerpen op om deze genotsmiddelen in het Westen te bewaren en te presenteren. Tabak werd aanvankelijk in dure loden recipiênten bewaard. Maar vanf de 18de eeeuw ging de voorkeur naar een faience voorraadpot.