Een gildebreuk of koningsketting is smeedwerk, meestal uit zilder, dat een lid van een schuttersgilde één jaar mag dragen na het winnen van de koningsschieting. Deze breuk heeft 18 ovale, geajoureerde schakels met de initialen SGB (Sinte Bastiane Gendt) geplaatst op twee bogen en twee gekruiste pijlen, symbolen van de schuttersgilde. De schakels zijn afgietsels en dus identiek aan deze van de gildebreuk van de Sint-Sebastiaansgilde van Gent. Het medaillon van de halsketting draagt het gevierendeeld familiewapen van jonkheer Cornelius Joannes Josephus della Faille (1732-1810), hoofdman van de Sint-Sebastiaangilde in 1768. Bovenaan het wapenschild staat een helm met wassende maan en lelie. Onderaan het wapenschild bevindt zich een inscriptie die verwijst naar de hoofdman van de gilde die de ketting liet maken in 1768. Onder het medaillon hangt een massief zilveren papegaai. Bij de opheffing van de gilde in de 19de eeuw kocht de toenmalige burgemeester van Winkel - burggraaf Charles de Clerque Wissocq de Sousberghe (1816-1867), een afstammeling van de familie della Faille - de schuttersbreuk en andere trofeeën van de gilde. De breuk werd in 1928 aan het museum geschonken door baron Paul d'Udekem d'Acoz (1865-1952) in naam van zijn schoonmoeder Hermine de Clerque Wissocq de Sousberghe (1843-1922), echtgenote van burggraaf François de Nieulant et de Pottelsberghe.