Bovenzijde van de schaaf heeft twee gesculpteerde handvaten en is versierd met geometrische motieven. Ook het jaartal 1722 en het wapenschild van het Gentse ambacht van de timmerlieden waarboven een gekroonde letter G. sieren de bovenzijde van de schaaf. Het voorwerp staat vermeld in de handgeschreven inventaris van ca. 1878 en in de door Van Duyse gepubliceerde inventaris van 1886. Nochtans staat de schaaf in de registers van giften als een schenking van Van Duyse in het jaar 1887 genoteerd.