Dit schilderij diende in de vindersrechtbank te Gent als afschrikwekkende waarschuwing voor wie onder eed een verklaring moest afleggen. Het toont de meinedige die door een duivel naar de hel gesleurd wordt onder het ontzet toekijken van de rechters en de omstaanders. Dergelijke intimidatiemiddelen werden wel meer gebruikt. Bijvoorbeeld Nicolaas Roose schilderde gelijkaardige stukken voor de schepenhuizen van Assenede en Wachtebeke in 1642. Dat het werk kan worden toegeschreven aan Gillis Le Plat wordt bevestigd door de opvallende handbewegingen van de figuren en de sterke lichtcontrasten. De slechte toestand van bewaring maakt het wel moeilijk om uit te maken of het Le Plat zelf was die dit schilderde of dat het een kopie is. Verschillende koppen op het schilderij eijn mogelijks portretten.