Het tafereel is een uitbeelding van de spreuk 'de dwaas zetelt in waardigheid, de wijzen zitten op laagste trap'. Onder de voorstelling bevindt zich een moraliserend opschrift in een cartouche. Het geheel is omgeven door grotesken en andere renaissance motieven.
Het glasraam wordt in de handgeschreven museuminventaris van 1878 onder nr.916 beschreven. Voor de tentoonstelling ingericht door de Chambre Syndicale in 1877 in de aula van de Universiteit werd het tafereel uitgeleend.
De auteurs K. Berserick en J. Caen vermelden in hun publicatie dat het tafereel oorspronkelijk behoorde de collectie van de gebroeders Edouard en Henri Callion die in Gent in 1867 werd geveild. Volgens diezelfde auteurs kwam het tafereel later in het bezit van L. Minard. De verzameling Minard werd in 1883 geveild. Nochtans was het tafereel in 1877 al in het bezit van het museum.