Kaarsenkroon van twee hoogten met telkens zes armen
Kaarsenkroon met ronde geprofileerde stam die eindigt in een knoop met dubbele dierenkop waarvan de ring in de muil ontbreekt en bovenaan bekroond met een beeld van de Maagd Maria met kind tegen een stralende mandorla. Op twee knopen van de stam zijn twee rijen van zes lichtarmen aangebracht, de onderste groter dan de bovenste. Elke sierlijk arm is uitgewerkt als een wingerd met kleine druivenstrosjes en -blaadjes. De brede vetvangers hebben een uitgezaagde voetrand met opengewerkte omgekeerde hartmotiefjes. In de onderste rij zijn ze voorzien van kaarsepinnen en in de bovenste rij van opengewerkte kaarsenhulzen.
De luchter is afkomstig uit het Gentse Wenemaersgodshuis en werd op 5 september 1874 door het stadsbestuur aangekocht voor het museum. Gelijkaardige kaarsenkronen worden bewaard in de kerk van Machelen-aan-de-Leie (Zulte), het Sint-Janshospitaal in Brugge (inv. O.SJ0765.XI), het Begijnhof van Herentals (gemaakt door de Doornikse geelgieter Guillaume Lefèvre) en het Rijksmuseum te Amsterdam (inv. N.M.9834). Het Museum of Fine Arts in Boston bezit een exemplaar met drie hoogten (inv. 68.616).