Jas
De jas heeft een smal bandje langs de hals, voorpanden met rechte zijden wijken een weinig uiteen vanaf de borst. Vanaf de heupen naar beneden toe vormt de middenrugnaad een split geflankeerd door twee smalle plooien en vormen de zijnaden een split en drie plooien. De vier-vijfde lange mouwen zijn matig wijd, hebben een brede omslag met twee knopen, boven de aanzet van de zijnaadsplit staat één knoop. Twee zakken met klep met drie punten.
De auberginekleurige jas van gesneden zijdefluweel is versierd met borduurwerk langs de zijrand van de voorpanden, de rand van de mouwomslagen, de zijnaadsplitten, de middenrugsplit, rond de zak en op de zakkleppen in een patroon van ranken waaraan gestileerde bloemtakken zoals rozentakken ontspringen. Platte ronde knopen in gesneden paarlemoer met schulprand en opgelegde lovertjes en gefacetteerde geslepen glasblokjes sieren de jas.