Van links naar rechts - tegengesteld aan het tijdsverloop - zijn de vier personificaties voor de seizoenen voorgesteld. We zien de Winter (oude man bij het vuur), de Herfst (wijnschenkende man), de Zomer (vrouw met korenaren) en de Lente (jonge vrouw met bloemen) afgebeeld. Bovenaan zit Jupiter met de bliksemschicht in zijn rechterhand. De tegengestelde orde en de compositie waarbij drie figuren centraal staan, laat vermoeden dat Van Cleef mogelijk gebruik maakte van een gravure waarop de Lente, Zomer en Herfst waren voorgesteld. Er is enige gelijkenis met een tekening van Carlo Maratta voorstellend 'Venus, Bacchus en Ceres, afgebeeld in ' Die handzeichnungen von Andrea Sacchi und Carlo Maratta, onder nr. 606, afbeelding 93.
Het schouwstuk sierde de schouw van de Thesaurikamer, gesitueerd in de vleugel van de schepenen van Gedele in het Gentse Stadhuis. In 1884 werden de houten schouwbekleding en het schilderij overgebracht naar het Oudheidkundig Museum toen ingericht in de voormalige karmelietenkerk in de Lange Steenstraat te Gent. Bij de verhuis van het museum naar de Bijlokeabdij in 1928 kwamen deze interieurelementen eveneens mee naar de nieuwe locatie.