Van links naar rechts staan opeenvolgend de paus, de keizer, de edelman, de jurist, de boer, de handelaar, de dokter en de dood uitgebeeld. Onder elke figuur staat een inscriptie die hen in de mond wordt gelegd. Ze staan bij een open graf. Dergelijke allegorieën illustreren dat alle standen gelijk zijn voor de dood. Doorgaans stellen ze slechts vier standen voor waardoor ze vaak aangeduid worden als De Vier Standen of De Vier Waarheden. Het thema knoopt aan bij de traditie van de laat-middeleeuwse Dodendans, waar men verschillende vertegenwoordigers van verschillende standen en leeftijden met de dood geconfronteerd zag. Naast de moraliserende strekking wordt hier ook op schertsende wijze de maatschappelijke verhoudingen en de handelswijze van bepaalde mensen in beeld gebracht waardoor het schilderij ook een sociaal-politieke betekenis krijgt.
Baron P. Frédéricq legateerde op 23 maart 1921 dit schilderij aan het museum.