De penning bestaat uit een effen rond plaatje, gevat in een ring met rondom siermotieven en met en een concave versierde boord en met bovenaan twee krullen met een gesloten kroon en ring. Het plaatje is als volgt ingegraveerd : HET VAN CROMBRUGGHE’S GENOOTSCHAP (rondom bovenaan) / aan de Maat- / schappij de / Fonteinisten / lijnen En op de andere zijde, Herinnering / aan de plechtige in= / trede onzer tooneelaf= / deeling na den prijskamp / te Oostende op Zondag / 1 Juni 1879 Het Van Crombrugghe’s Genootschap, een vrijzinnige, Vlaams-liberale sociaal-culturele vereniging werd gesticht in 1857. De naam werd gekozen als eerbetoon aan de Gentse burgemeester Van Crombrugghe die zich als geen ander inzette voor de Gentse gemeentescholen. Aanvankelijk was de primaire taak van het genootschap het behartigen van de belangen van het stedelijk onderwijs. De eerste zorg was het inrichten van een bibliotheek en een leeszaal. Door giften van onder andere Emiel Moyson telde de bibliotheek een jaar na de oprichting al meer dan 700 werken. Op initiatief van de leden werden mettertijd allerlei afdelingen opgericht. Er ontstonden afdelingen voor de jeugd, voor sport, voor reizen enz. De toneel- en later de zangvereniging waren decennialang toonaangevend in het Gentse en waren vooral in de 19de eeuw erg populair. In die periode werden meermaals prijskampen in voordracht ingericht. Ook deelname aan wedstrijden in andere steden van Vlaanderen was aan de orde. Op 1 juni 1879 nam de toneelafdeling deel aan wedstrijden te Oostende en bekwam er de eerste prijs in Blijspel en de tweede prijs voor Drama. Het bestuur van de Koninklijke Maatschappij De Fonteinisten besliste gezamenlijk met het bestuur van de Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid en Wetenschappen om de laureaten plechtig in het halen aan het Zuidstation. Er werd dan ook een oproep gelanceerd aan alle Gentse verenigingen om deel te nemen aan deze plechtigheid om aldus vanaf het station, in stoet, naar het Gentse Stadhuis te stappen alwaar ze door het stadsbestuur gevierd zouden worden. Als dank voor het inrichten van deze ontvangst werden de Fonteinisten door Van Crombrugghe’s Genootschap bedacht met deze medaille. Ook de Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid en Wetenschappen mocht een gelijkaardig stuk in ontvangst nemen. Het bevind zich thans in de verzameling van het Huis van Alijn (voormalig Museum van Volkskunde). Bruikleen van de rederijkerskamer De Fonteine.