Volgens F. Spruyt was dit werk in de 18de eeuw bekend als 'le tableau représente des emblémes du secret' (Spruyt F., 'Liste des tableaux', 136; Spruyt Ch., 'Description de tous les tableaux', 204). De drie allegorische vrouwenfiguren symboliseren een aantal eigenschappen van het bestuur en de rechtspraak van Gent. In het midden is een zittende vrouw afgebeeld. Zij brengt haar zegelring met haar rechterhand naar haar mond. In haar linkerhand houdt zij een brief. Zij symboliseert de Stilzwijgendheid of Geheimhouding waaraan het doek in vroegere dagen zijn naam dankte. De Geheimhouding zit op een klein plateau en wordt aan haar linkerzijde geflankeerd door een vrouw die met de linkerarm een kolom en met de rechterarm een zwaard vasthoudt. Zij verbeeldt de onvervaarde Krachtdadigheid. Geheel rechts staat de derde vrouwenfiguur. Haar balans en zwaard duiden op de Rechtvaardigheid die al het boze vertrapt. Een putto kijkt naar het vertrapte serpent onder de voeten van de Rechtvaardigheid en steunt daarbij nonchalant op een schild met het wapen van de stad Gent. Uit de achtergrond treedt een engel met lauwerkransen naar voor. De achtergrond bestaat uit een hemel met cirruswolken, een gecannelleerde zuil en een baldakijn en is geheel in de stijl van van Cleef geschilderd. Ook de manier waarop de gezichten en houdingen van de vrouwen zijn geschilderd, verwijzen naar zijn hand. De blonde putto vindt zijn pendant onder andere in 'De vier seizoenen' en 'Het eerbetoon aan Karel II'. Ook het coloriet wijkt niet af van andere werken uit zijn oeuvre.
Het schilderij werd in 1847 in opdracht van de museumcommissie door de schilder Henri Vandervin gerestaureerd zoals blijkt uit de rekeningen.