De wapenrok heeft de vorm van een dalmatiek met afgeronde mouwen. Hij is versierd met viermaal het wapenschild van de aartshertogen Albrecht en Isabella (op voor- en achterpand en op de twee mouwen). Dit wapenschild omvat de bezittingen van de Oostenrijkse (Albrecht) en de Spaanse (Isabella) tak van het Habsburgse Huis. Het eerste kwartier verwijst naar de koninkrijken Hongarije (dwarsbalken) en Bohemen (witte leeuw). Het tweede kwartier omvat de Spaanse koninkrijken Castilië (burcht), Leon (leeuw), Aragon (palen) en de Beide Siciliën (adelaars), in combinatie met het Portugese koningswapen en de granaatappel van Granada. Het onderste deel verwijst naar de Oostenrijks-Bourgondische erfenis: de Oostenrijkse dwarsbalk, de lelies en schuinbalken van Bourgondië, de Brabantse en de Vlaamse leeuw, evenals de rode adelaar van Tirol. De rode damastvoering heeft een patroon van bloemtakjes in verspringende horizontale rijen. De herauten begeleidden de vorst bij plechtigheden en droegen zijn wapens op hun mantel en rok. Ze kondigden bij toernooien de deelnemers aan en verklaarden hun blazoen. Daartoe stelden ze toernooiboeken samen en verzamelden zo alle heraldische wetenschap. Deze wapenrok werd gedragen ter gelegenheid van de inhuldiging der koningen van Spanje als graven van Vlaanderen. Volgens de overlevering werd de wapenrok o.a. door Filips Borluut gedragen, de heraut van de Aartshertogen, bij de inhuldiging van aartshertogin Isabella als gravin van Vlaanderen, op 28 januari 1600. In de Kaiserliche Schatzkammer (een onderdeel van het Kunsthistorisches Museum) in Wenen wordt een gelijkaardige wapenrok bewaard (inv. XIV 97). In de Armeiria van Madrid bevinden zicht twee bijna identieke exemplaren, het betreft hier tamelijk recente reproducties. In Madrid bleef ook een ontwerp in waterverf op linnen bewaard.