Gezicht op de heerlijkheid Sint-Baafs en de stad Gent
Het schilderij toont een gezicht in vogelvlucht van de abdij van Sint-Baafs en de stad Gent vóór het bevel in 1540 van Karel V om de abdijkerk te slopen en het Spanjaardenkasteel te bouwen. Een gele lijn geeft de omtrek van de citadel aan. Het is een kopie naar een werk van Lucas de Heere, vervaardigd door Alexander van Haute in 1701-02 in opdracht van de stadsmagistraat van Gent (cfr. V. Van der Haeghen, La grande vue panoramique de la ville de Gand en 1534, Brussel 1896, p. 4-6).
Het origineel van De Heere werd geschilderd in 1564 in opdracht van Viglius Aytta van Zuichem, tweede gemijterde proost van het Sint-Baafskapittel. Dat werk droeg dan ook de wapens van de opdrachtgever. Voor het stadsgezicht van 1564 heeft Lucas de Heere zich op zijn beurt geïnspireerd op een werk van 1534 aangezien hij de toestand van voor 1540 niet meer kon zien (cfr. V. Van der Haeghen). Daarbij heeft hij de verhoudingen gewijzigd door zijn paneel breder te maken en het gezichtspunt te verlagen. Hierdoor verwijdert het stuk zich meer van de conceptie van een plattegrond en wordt het een meer realistisch, in perspectief gezien stadsgezicht. Dit is te begrijpen omdat de abdij op de voorgrond voor de originele opdrachtgever het belangrijkste motief was. De topografie van de stad was toen slechts van ondergeschikt belang. Er valt niet aan te twijfelen dat het de bedoeling van Viglius was om een herinnering te bewaren aan de Sint-Baafsabdij en een posthuum eerbewijs aan de laatste abt, Lucas Munnich.