Gildepenning van de Gentse Blikslagers en Speldenmakers, 1778
De tekst op de voorzijde, S P E L / L E M A E / K E R S / I 778 / D • E en rondom een opstaande boord.
En op de keerzijde, S / A N T O / N I U S / B L E C K S L / A E G E R S en rondom eveneens een opstaande boord.
De beide gilden van de speldemakers en de blikslagers (ferblantiers) werden, samen met andere aanverwante ambachten, door Karel V ondergebracht bij de overkoepelende gilde van de riemmakers (ceinturonniers). De speldemakers en blikslagers gaven samen deze gildepenning uit waarop hun patroon Sint-Antonius is vermeld.
Op het patroonsfeest der nering bedacht men de behoeftige leden met een uitdeling van wittebrood. Daags nadien werd voor de overleden leden een mis gelezen, welke door alle leden, op straf van een boete van 12 grooten, verplicht moest bijgewoond worden. Bovenstaande penning was dienstig ter controle van deze aanwezigheid.
Minard-Van Hoorebeke vermeld in zijn tweede publicatie (1877) de foutieve spelling “BLEEKSLAGERS”. Op de penning is duidelijk te zien dat het hier om een CK gaat.